Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Tontine

betekenis & definitie

(econ.), een gemeenschappelijke kas, waarbij de deelnemers overeenkomen, dat de rente en soms ook het kapitaal, waarop ieder recht heeft, na diens dood zal toekomen aan de nog levende deelnemers. Men kan ze beschouwen als de voorloopers van de moderne spaarkassen. De naam is afgeleid van Lorenzo Tonti, een Italiaan, die ca. 1650 het eerst een dergelijke kas organiseerde. Oorspronkelijk richtte alleen de staat t. op.

Een aantal personen gaven ieder een gelijke som aan den staat, die daarover rente betaalde met dien verstande, dat de rente over het totale bedrag jaarlijks verdeeld werd onder de overlevenden van de deelnemers, zoodat deze rente van jaar tot jaar steeg. Was de laatste deelnemer overleden, dan verviel het kapitaal aan den staat(!). In 1689 werd de eerste t. door de Fransche regeering opgericht, waarop tot ca. 1760 nog negen andere volgden. Intusschen werden ook particuliere t. opgericht, waarbij het systeem van den Franschen staat in dien zin werd gewijzigd, dat ook het kapitaal òfwel na een bepaald aantal jaren onder de dan nog levende deelnemers, òfwel onder de tien langst levende deelnemers werd verdeeld.

< >