Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Tongkin

betekenis & definitie

of Tonkin, Noordelijk deel van Fransch Indo-China (III 448 H6); opp. 115 000 km2; ca. 8 millioen inw. Opper-Tongkin is een boschrijk kalkgebied, dat tot 3 000 m oprijst, Neder-Tongkin is het vruchtbare deltagebied van de Songka. Het heeft regenrijke warme zomers en koele winters (ca. 28° C a 16° C; 175 cm regenval). De bevolking is Annamietisch en belijdt het Boeddhisme.

Rijstcultuur is het belangrijkst, daarnaast katoen, suiker, tabak. Er wordt steenkool gevonden, ijzer en tin. De Chineezen zijn er de handelslui. Voornaamste haven is Haiphong.Lit.: Gourou, Indochine française. Le T. (1931).

Geschiedenis. T. maakte als onderdeel van Annam, sinds 1802, deel uit van het Chineesche rijk. In 1882 besloot de Fransche regeering onder Jules Ferry de hand op T. te leggen. Dit bracht haar met China in oorlog. In 1885 viel de beslissing. Ofschoon generaal Négrier te land bij Lang-son werd verslagen, bracht de overwinning van de vloot onder admiraal Courbet China er toe het verdrag van Tientsin te sluiten, waarbij het van T. afstand deed. T. werd een provincie van Fransch-Indochina (1885).

T. was het eerste Aziatische gebied, waar de Katholieke Kerk zich organiseerde. In 1658 richtte er paus Alexander VII een apostolisch vicariaat op, waarin de werkzaamheid verdeeld was tusschen Dominicanen en Jezuïeten. Van de herhaalde wreede vervolgingen is de meest beruchte die van 1873, waarbij 200 kerken verwoest werden en duizenden Christenen werden vermoord en gemarteld. Ondanks die vervolgingen wist het Christendom zich te handhaven en uit te breiden. Er zijn thans 8 apostolische vicariaten; ook is er een inlandsche geestelijkheid gevormd, die voldoende aan haar taak beantwoordt. Zie ➝ Indië (sub III, B, b).

Lit.: H. Gautier, Les Français au Tonkin 1788-1883: A. de Pouvourville, L’Annam Sanglant (1911).

< >