1° Hoofdstad van de gelijknamige Sp. provincie in Nieuw-Castilië (XXI 752 D3); ca. 28 000 inw.; ligt aan den Taag en is de zetel van een aartsbisschop (vorst-primaat van Spanje). Wapen- en zijde-industrie. T. werd in 192 v. Chr. door de Romeinen veroverd.
Van 712-1085 was deze stad het voornaamste steunpunt voor de Mooren en zetel van een emir. In 1085 nam Alphons VI T. en maakte het tot residentie der koningen; de residentie werd in 1559 door Philips II naar Madrid verlegd.T. is nog altijd het geestelijk centrum des lands; ook wat de kunst betreft. De stad wordt beheerscht door het oude Alcazar (Moorsch en Renaissance) met fraaien zuilenhof (in den burgeroorlog in 1938 grootendeels verwoest; zie afb. 8 op de pl. t/o kol. 768 in dl. XXI). De kathedraal (5-beukig) is vroeg-Gotisch, met prachtige portalen en kapellen en zeer groote krypte. Verder vallen te vermelden het beroemde oude Hospital de la Cruz (1494) en de niet minder vermaarde kerk S. Juan de los Reyes (1476, laat-Gotisch). In de nabijheid daarvan S. Maria la Blanca (eens synagoge, 13e é.; zie afb. 3 op de pl. t/o kol. 288 in dl. XIV), en de synagoge El transito (1350), met fraaie dakconstructies. De kerk S. Cristo de S. Luz is een oude koepel-moskee (922). Ook overigens nog vele Moorsche monumenten (Casa de Mesa en S. Juan de la Penitencia). Het raadhuis is een werk uit de 17e e. Van de omwalling zijn de fraaie poorten bewaard gebleven: Puerta del Sol (1100, Moorsch; zie afb. 4 op de pl. t/o kol. 769 in dl. XXI), Puerta Visagra antigua (9e e.) en uit den tijd van Karel V de Puerta del Cambron, Puerta del Visagra actual (1550) en Puerta de Alarcones. Twee oude bruggen over de Taag verdienen ten slotte nog vermelding: de Puente de Alcantara (met Moorschen boog) en de Puente San Martin (1212).
Bisdom en synoden. Historisch staat vast, dat T. omstreeks 300 (synode van ➝ Elvira) bisschopszetel was. Het aanzien van dien zetel steeg sterk in de West-Gotische periode, vooral sinds koning Reccared in 586 van het Arianisme tot de Kath. Kerk overging. T. was hoofdstad van het West-Gotische rijk, waardoor ook de bisschop als vanzelf den meesten invloed kreeg, want Kerk en Staat waren nauw verbonden. Dat blijkt ook uit de synoden.
Van 400 tot 700 werden er in T. 18 synoden gehouden, die men voor een deel tegelijk als rijksdagen kan beschouwen, want ook zuiver staatkundige aangelegenheden kwamen daar meermalen ter sprake. Op de synode van 611 werd de bisschop van T. erkend als metropoliet van een groot deel van Spanje en op de synode van 681 als primaat van heel Spanje. Daar was wel rivaliteit en speciaal ➝ Compostella verlangde minstens exemptie, wilde rechtstreeks onder Rome staan, maar Urbanus II heeft in 1088 door een bulle de primatie van T. over Spanje bevestigd. Onder de voornaamste bisschoppen van T. moeten genoemd worden de H.H. Ildefonsus en Julianus in de 7e eeuw en de geleerde staatsman ➝ Ximenes (1495-1517). De aartsbisschop van T. (gewoonlijk kardinaal) droeg van 1540 tot 1920.
Lit.: Villada, Historia Eclesiastica de España (1929-...); Hefele-Leclercq, Hist. d. Conciles.
2° Stad in den staat Ohio, Ver. St. v. Amerika (XVIII 608 K5), aan de Z.W. punt van het Eriemeer. Behalve als haven is T. ook als fabrieksstad van groote beteekenis. Van de ca. 291 000 inw. werken er ca. 40 000 in de automobiel- en machinefabrieken, de hoogovens en de petroleumraffinaderijen. T. bezit een universiteit met in 1937 135 docenten en 3 351 stud. In de stad zijn 32 Kath. kerken. Zij is de zetel van een Kath. bisschop.