(Lat.; tinnio = schellen) is een kleinere klok, ook wel campana, nola, skilla genaamd. Meestal wordt daarmee de altaarschel aangeduid. Het gebruik der schel bij ziekencommunies is zeer oud. Het schellen onder de Mis is enkel voorgeschreven bij Sanctus en Opheffing en wel eerst sinds de missaal-hervorming van Pius V in 1570.
Dit schellen ontstond in de 12e eeuw bij het opkomen van den Elevatie-ritus. T. heet ook eene eereschel, welke als voorrecht aan basilieken geschonken wordt. Het is een verguld gesneden houten kunstpaneel, waarin een klokje hangt.Lit.: Eisenhofer, Handb. d. Lit. (I,387 vlg.); J.I. Haegy, Manuel de Liturgie (I, part. V, sect. II, cap. I, art.
II 4); V. v. d. Velde, De basiliek van Brugge (1923). Verwilst.