Heilige, leerling en reisgezel van den H. Apostel Paulus. Tijdens het verblijf van Paulus te Lystra in Lycaonië op diens eerste missiereis werd hij bekeerd en gedoopt. Bij zijn tweede komst nam Paulus hem mede voor den apostolischen arbeid.
Daar hij geboren was uit een Joodsche moeder en heidenschen vader liet Paulus hem eerst besnijden om de ergernis voor de Joden weg te nemen. Op talrijke reizen heeft hij daarna Paulus vergezeld, vele speciale opdrachten vervuld en in vele streken van Europa en Klein-Azië het Evangelie gepredikt. Voor Paulus bleef hij steeds de beminde leerling. Daarvan getuigen de twee brieven van Paulus aan Timotheus (zie beneden). — Feestdag 24 Januari. C.
Smits.Eerste brief aan T., geïnspireerd geschrift van het Nieuwe Test., behoorend bij de → Pastoraalbrieven. Timotheus werd door Paulus, nadat deze uit de gevangenschap te Rome bevrijd was, aangesteld tot hoofd van de Kerk te Ephese. Vanuit Macedonië omstreeks 63-65 schreef Paulus hem dezen brief. Timotheus wordt erin gewezen op zijn plicht om de Kerk goed te besturen, naar heiligheid te blijven streven, de dwaling te bestrijden en het geloof der hem toevertrouwde geloovigen te beschermen.
Tweede brief aan T. Deze brief werd door Paulus geschreven, toen hij voor de tweede maal in Rome gevangen was. Daarin vraagt hij T. zoo spoedig mogelijk tezamen met Marcus bij hem te komen, overtuigd als hij is binnenkort te zullen sterven. Hij geeft hem zijn laatste vermaningen. De brief is waarschijnlijk geschreven in het jaar 66. C. Smits.