1° Duitsche naam voor de Poolsche stad → Torún.
2° Gem in de Ned. prov. Limburg (XVI 448 C4) ten Z. van Roermond; omvat het dorp T. en de gehuchten Baarstraaten Santfor. Opp 708 ha, rivierklei en zandgrond; ca. 1700 inw._ (Kath.), levende van landbouw en veeteelt en industrie (steenen en pannenmachines). Monumentale kerk (zie beneden).
Geschiedenis De adellijke vrouwenabdij T. is gesticht in 992, door Hilsondis, gravin van Strijen, en haar echtgenoot Ansfried, graaf en Teisterbant, die later bisschop vari Utrecht werd. Door keizer Otto III was de immuniteit van het stift reeds toegezegd. T. bleef een rijksvrij vorstendom, waarvan de vorstin-abdis zitting had in den Duitschen Rijksdag, en een vorstelijken staat voerde. De fraai abdijkerk is thans parochiekerk. Van de abdijgebouwen is na de opheffing van het stift in den Franschen tijd niets meer overgebleven.
Lit. : Eversen en Meulleners, De Limb. Gem. wapens (in : Publ. du Limbourg, XXXV). Jongen/Thewissen.