De Monopliysietische patriarch Petrus Fullo ijverde voor de uitdrukking: „God, Die voor ons gekruisigd zijt”. Dat kon goed of verkeerd verstaan worden. Daarom kwamen de Katholieken met de uitdrukking: „Eén uit de Drieëenheid heeft geleden”. Daar is veel over gestreden en Rome wilde er eerst niet van hooren.
Maar keizer Justinianus vaardigde in 633 een edict uit, waarin de gedachte nauwkeurig werd weergegeven: de menschgeworden en gekruisigde Zoon Gods is één uit de Heilige, wezenseene Driëenheid. Het edict werd goedgekeurd door Joannes II in 534, Agapitus in 635 en het 5e Algemeen Concilie in 553. Franses.Lit.: Kirsch, Kirchengesch. (I 1930, 644 vlg.).