(< Gr., = vier-snaren), vier opeenvolgende diatonische tonen, waaruit de toonreeksen der Grieksche muziek en de kerktonen opgebouwd werden. Naargelang de ligging van den halven toonsafstand onderscheidt men het dorische (e-d-c-b), het phrygische (d-c-b-a) en het lydische t. (c-b-a-g). Koole.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk