(Mal., Jav.), kazerne in Ned.-Indië, vooral van het Ned.-Indische leger. De verplichting van ongehuwd blijven voor de uitkomende mindere militairen en het feit, dat de gezinnen der niet-Europeesche militairen binnen de t. verblijven, zijn oorzaak, dat de toestanden op moreel gebied er soms te wenschen overlaten. Tanimbar-eilanden Groep van talrijke eilandjes in den Molukschen Archipel, Ned.-Indië. Opp. ca. 5000 km2. Zij ressorteeren onder de residentie Ambon.
Te Saumlakki op ➝ Jamdena is een Europeesch bestuursambtenaar gevestigd en te Larat een Inlandsch bestuursassistent. Deze plaatsen zijn ook de handelscentra en aanlegplaatsen der K.P.M.-booten. De voornaamste en eenige bewoonde eilanden zijn: Jamdena (= moederland, in tegenstelling met de andere: kinderen of jongen), dat veruit het grootste is, Selaroe en Sera, die samen ook wel Timoerlaoet genoemd worden, Larat, Fordate, Moloe en Maroe. Het zijn heuvelachtige eilanden (150-250 m), uit jong koraalgesteente bestaande.
Het afzonderlijk liggende eiland Laibobar vormt een kegel van ca. 600 m. De eilanden zijn over het algemeen vruchtbaar. Overal treft men een fraaie orchideesoort aan, die onder den naam van het eiland Larat bekend is.De bevolking (ca. 27 000 zielen) behoort tot het Maleische ras, doch is in verschillende groepen onderscheiden en ofschoon allen ongeveer dezelfde adat volgen, worden er toch vier talen gesproken. De vrouwen beoefenen op zeer primitieve wijze de weefkunst met het zgn. ➝ ikatten (= figuur-knoopen) en ook het pottenbakken. De mannen bezitten ook eenige bedrevenheid in de smeedkunst. Verder houdt de bevolking zich bezig met landbouw, jacht en visscherij. De uitgestrekte riffen leveren waardevolle producten als tripang en schelpen.
Tot kort geleden was de bevolking vrij woest en krijgszuchtig en de dorpen, op de meest ongenaakbare kapen gelegen, waren tevens vestingen. Sedert het begin dezer eeuw is echter de kerstening eerst door de zending en kort daarop ook door de missie ernstig ter hand genomen en deze heeft een geheelen ommekeer te weeg gebracht. De bevolking is thans geheel Christen. Hiervan zijn ca. 11 000 Katholiek, die verzorgd worden door zes geestelijken (missionarissen v. h. H. Hart).
Op de hoofdstatie Saumlakki treft men een jongensinternaat aan en een vakschool door Broeders bestuurd, verder een meisjesinternaat met huishoudschool en een ziekenhuis onder leiding van Zusters. Saumlakki is ook de standplaats van een hulpprediker. Geurtjens.