1° Antonius Alexis Hendricus, rechtsgeleerde; broeder van 2°. * 8 Febr. 1873 te Doesburg, † 28 Juni 1923 te Den Haag. Bezocht 5-jarige H.B.S. te Groningen, deed daar eindexamen en verder nog eindexamen gymnasium A en B. Studeerde aan de rijksuniversiteit te Leiden, waar hij reeds in zijn studietijd een zeer gezocht repetitor was. Promoveerde 11 Oct. 1898 tot doctor in de rechtswetenschap op stellingen, cum laude, en op 11 Juni 1903 tot doctor in de staatswetenschappen, eveneens cum laude.
In 1898 vestigde hij zich als advocaat te Den Haag; werd in 1906 benoemd tot hoogleeraar aan de Gem. Universiteit te Amsterdam in het staats- en administratief recht, volkenrecht, rechtsphilosophie en encyclopaedie van het recht. In 1914 werd hij benoemd tot lid van den Raad van State.Met S. deed de Historische Rechtsschool haar wetenschappelijke intrede in Nederland. Men zie vooral zijn dissertatie „Het Rechtsbegrip” en zijn inaugurale rede „Positief Recht”. Het „Staatsrecht” van S. beschouwde het parlementair stelsel als het hoogste staatkundig systeem van de beschaafde volken. Daarbij deed hij afstand van alle ideologie van volkssouvereiniteit. Aan het koningschap gaf hij in zijn beroemd college „Ons koningschap” (bij de geboorte van Juliana, 1909) een zeer belangrijke taak als functie in het leven van de moderne democratie. Het extra-parlementair ministerie van Oort van der Linden was een zware slag voor zijn opvattingen; de Raad van State onttrok hem aan zijn schitterenden arbeid als docent.
Wereldoorlog en opkomend fascisme desoriënteerden hem nog meer, wat het niet gereed komen van zijn groote werk „Het Staatsrecht van het koninkrijk der Nederlanden” gedeeltelijk verklaart. Onder zijn talrijke wetenschappelijke opstellen neemt ook zijn „Administratieve Rechtspraak” (bestrijding van het stelsel Loeff) een eervolle plaats in; ook het debat met Loeff in de Kath. Wetensch. Ver. over dit onderwerp is vermaard gebleven.
In zijn laatste levensjaren hielp Struycken bij de internationale onderhandelingen, die de ongereptheid van het Nederlandsche grondgebied moesten waarborgen. Na zijn dood hebben A. C. Josephus Jitta en H. J. M. van der Grinten zijn werken verzameld uitgegeven.
Lit.: prof. dr. J. A. Veraart, S. Herdacht (in: De Beiaard, Nov. 1923); id., Capituleert de Democratie ?... Neen! (in: Roeping, April 1938); prof.
P. Geurts, In Memoriam (in: De Tijd, 4 Aug. 1923). Veraart.
2° Hubert Johan Leonard, specialist voor oor-, neus- en keelziekten; broeder van 1°. * 20 Jan. 1869 te Elten. Studeerde te Groningen, Göttingen, Parijs en Berlijn en deed in 1892 artsexamen; promoveerde 1893 te Freiburg i. Br. tot doctor. Was eenige jaren te Steenbergen gevestigd, daarna te Breda. Sinds 1931 lid Kon. Acad. van Wetenschappen. Van zijn hand verschenen verschillende publicaties, vooral over acoustische en physiologische onderzoekingen.
Nelissen.