Pijpleiding, dienende om den stoom van den ketel naar de machine te voeren. Is in het algemeen vervaardigd uit vloeiijzeren pijpen, die door middel van opgewalste of opgeschroefde flenzen aan elkander met bouten zijn verbonden. Tusschen de flenzen bevindt zich pakking om stoomdichte afsluiting te verkrijgen. De pijpen worden zorgvuldig geïsoleerd om condensatie van den stoom zooveel mogelijk te voorkomen, daar deze een zeer nadeeligen invloed op het nuttig effect van den aanleg uitoefent.
Bij lange s. zijn op geregelde afstanden condenswateraftapapparaten aangebracht om het zich ondanks alle voorzorgen nog vormende water af te voeren. Bij lange rechte leidingen worden expansiebochten of compensatiestukken gemonteerd om de uitrekking der pijpen, als gevolg van temperatuurverhooging, op te nemen. Beukers.