is de naam van een der merkwaardigste en best bewaarde megalithische monumenten van Engeland. Het is gelegen op 13 km benoorden Salisbury en behoort tot de categorie der cromlechs of steenkringen in hun meest ontwikkelden vorm. Het monument bestond uit een kring van 88 m diameter, gevormd door dertig, ca. 4 m hooge zandsteenpijlers (van locale herkomst), die bovenaan door horizontaalliggende steenen met elkaar verbonden waren. Deze kring omsloot een kring van ➝ menhirs (1,80 m hoog) van blauwe steen (uit het Prescelly-gebergte in Wales).
Binnen dezen kring stonden nog twee andere, min of meer concentrisch: de eene in den vorm van een hoefijzer (opening N.O. gericht) bestond uit vijf trilithen (zandsteen), de andere, ovaalvormig, was samengesteld uit menhirs (blauwe steen). In het midden van dezen viervoudigen kring, die door een gracht van 114 m diameter omgeven was, ligt een groote, breede, vlakke steen: de zgn. altaarsteen. Tusschen den buitensten kring en de gracht ligt nog een drietal steenblokken en, blijkens de jongste opgravingen, drie ongeveer parallelloopende kringen van gaten. De voornaamste toegang tot het monument ligt aan de N.O.-zijde, vanwaar een laan (avenue) zich in N.O. richting uitstrekt, geflankeerd door een gracht en een wal.
In het midden van deze laan ligt nog een groote steen. Verderop splitst de weg zich in een Z.O. tak en in een N. tak, welke laatste naar den zgn. cursus leidt, een soort renbaan van 2,7 km lengte en 106 m breedte. Algemeen wordt aanvaard dat de S. dateert uit het laat-Neolithicum en het begin van den Bronstijd en opgericht werd voor den doodencultus. Vele grafheuvels in de omgeving van het monument wijzen op een sterke nederzetting.Lit.: Stevens, S. today and yesterday (1924); Ebert, Reallexik. d. Vorgesch. (XII 1928, s.v.); The Antiquar. Journal (1921 vlg.).
R. De Maeyer.