Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Stiltegordel

betekenis & definitie

1° (Meteorol.) Stiltegordel (doldrums) noemt men het gebied, gelegen nabij den warmte-aequator tusschen de gebieden van N.O. en Z.O. passaat. Het luchtdrukverschil is hier gering, vandaar veranderlijke winden en dikwijls windstilten, veelal zware regens en donderbuien. De S. komt vnl. tot uiting boven de drie groote oceanen (in den Ind. Oceaan niet van Mei tot Oct.); zijn breedte bedraagt gewoonlijk slechts enkele graden (max. 10°) en hij verplaatst zich met den warmte-aequator, dus eveneens met de zon, mede en bevindt zich voor het grootste gedeelte op het Noordelijk halfrond.

Wissmann.

2° (Natuurk.) S. is de ruimte rondom een zeer sterke geluidsbron (hevige explosie, kanongebulder), waarin het geluid niet gehoord wordt, terwijl het op verderen afstand weer hoorbaar is. Proeven hierover zijn na den Wereldoorlog o.a. gedaan te Oldebroek op de Veluwe, waar 5000 kg springstof tot ontploffing werd gebracht. Hierbij is gebleken, dat op een afstand van ong. 100 km de s. begon en bij 180 à 200 km het geluid der ontploffing weer werd waargenomen. De verklaring van dit verschijnsel wordt gezocht in de kromming, die een deel der geluidsstralen op groote hoogte door dichtheidsverschillen in den dampkring zou ondergaan, zoodat zij weer naar de aarde terugbuigen.

Lit.: E. van Everdingen (in „Hemel en Dampkring”, Dec. 1922).

A. Mulder.

< >