1° Alfred, Belg. schilder. * 11 Mei 1828 te Brussel, ♰ 24 Aug. 1906 te Parijs. Leerling te Brussel van Navez en te Parijs van Roqueplan en Florent Willems. Werkt meest te Parijs, waar hij een der beste schilders wordt van het tweede keizerrijk. S. schildert bij voorkeur elegante, mondaine dames, in rijke interieurs.
De stofuitdrukking is in deze stukken van groote verfijning. Het Mus. te Brussel bezit goede voorbeelden van Stevens’ kunst.Lit.: C. Lemonnier, A.S. (Brussel 1906); P. Lambotte, A.S. (Brussel 1907). Koorevaar-Hesseling.
2° Cornelis, geestelijk schrijver. * 26 Dec. 1747 te Waver,♰ 4 Sept. 1828 aldaar. Onder het Fransch bewind een der grootste bevorderaars van den tegenstand, werd in 1799 groot-vicaris van Namen en bleef het tot in 1802. Dan en later was hij een geweldig bestrijder der godsdienstige politiek van Napoleon. Na de bekrachtiging door Pius VII nam hij het Concordaat aan, maar bestreed hardnekkig de organieke artikelen. Sinds 1802 teruggetrokken te Fleurus bestookte hij voortdurend vinnig de onwettelijke handelwijze van Napoleon, onder meer in zake den catechismus, en verweet wel eens bitterlijk aan sommige bisschoppen en kapittels hun gedweeheid tegenover den keizer. Toen zijn bisschop van Namen tegemoetkomingen, vroeger aan Napoleon gedaan, had ingetrokken, bood hij met andere priesters zijn onderwerping aan, verliet zijn schuilplaats en ging naar Waver wonen. Rome verleende hem onderscheidingen, maar velde geen oordeel over zijn geschriften. → Stevenisme.
Lit.: H. Vanderlinden, in : Biogr. nat. Belg. Allossery.
3° J. B., componist. * 1796 te Enghien, ♰ 1865 te Bergen (België). Na viool-, harmonie- en compositiestudies vestigde bij zich te Bergen, waar hij leeraar was. Van zijn hand verschenen talrijke nocturnen en liederen met piano-begeleiding.
4° Joseph, schilder en etser.* 1819 te Brussel, ♰ 1892 aldaar. Invloed van Descamps. Schilderde vooral dieren en volksche tafereeltjes. Werk in vsch. Belg. musea.