is het huis, waar een overledene zijn woonplaats heeft gehad (Ned. B.W. art. 80; Belg. B.W. art. 110). Men noemt het s. ook „de plaats, waar een erfenis is opengevallen”.
Het s. bepaalt in vsch. gevallen het gerecht, bij hetwelk een handeling moet worden verricht (bijv. Ned. B.W. art. 988, 989, 1070, 1075 en 1103; Belg. B.W. art. 784, 793 en vlg., 1007), of dat voor een voorziening in vrijwillige rechtspraak (➝ Requestprocedure) bevoegd is (bijv.
Ned. B. W. art. 1173; Belg.
B.
W. art. 812) of de plaats, waar een dagvaarding of exploit moet worden beteekend (bijv. Ned. Faill.-w. art. 199, lid 2, en Ned. W. v.
B. Rv. art. 4, 6° en 126, lid 12).