U-vormig instrument in staal voor het teweegbrengen van een bepaalden toon, waarvan de toonhoogte bepaald is door de afmetingen, den vorm en de materiaal-eigenschappen van het instrument. Werd uitgevonden in 1711 in Engeland door John Shore, trompetter van koning George.
De normaaltoon is vastgelegd door een s. (870 trillingen per sec bij 15° C; internationale commissie van 1859). De toonhoogte van een s. is afhankelijk van de temperatuur (uitzetting of inkrimping met vormverandering). Een s. van goede kwaliteit wordt om deze reden in invarstaal geconstrueerd.
De trillingstoestand van een s. is in het algemeen ingewikkeld en bevat dan ook een groote hoeveelheid boventonen; door bijz. constructievoorzorg kan echter verkregen worden, dat de s. slechts op zijn grondtoon trilt.
In de moderne techniek kent men de electromagnetisch onderhouden s. Door toevoer van energie door middel van een systeem gedreven door een radiolamp kan de trilling van een s. onderhouden worden. Ook kan de s. in trilling gehouden worden door middel van een electromagneet, waarin de stroom door de s. zelf periodiek gesloten en verbroken wordt; hiertoe is aan een been van de S. een pennetje bevestigd, waarvan de punt in een bakje met kwik steekt; de stroom van de electromagneet moet over het pennetje naar het kwik gaan en wordt dus onderbroken als door de trilling van de s. het pennetje uit het kwik wordt gelicht. Bij de gewone s. sterft de trilling uit ten gevolge van de wrijving met de lucht en de inwendige wrijving van het materiaal. De electro-magnetisch onderhouden s. wordt regelmatig gebruikt bij moderne natuurkundige proeven over acoustiek. V. Itterbeek.