Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Steenbergen c.a

betekenis & definitie

Gem. in de prov. N. Brabant ten N. van Bergen-op-Zoom, bestaande uit de stad S. en de kerkdorpen Kruisland, de Heen en Welberg. Opp. 9.334 ha; ong. 10.000 inw. (vnl.

Kath.; ca. 700 Prot.). Landbouw is het hoofdmiddel van bestaan; veel handel in poot-aardappelen, verder veeteelt, tuinbouw, onder meer bloembollenteelt in Kruisland, industrie: de groote suikerfabriek van de (C)entrale (S)uiker-(M)aatschappij, in 1871 opgericht, met eigen haven; coöperatieve vlasfabriek Dinteloord. Twee stoombootondememingen onderhouden de verbinding met Rotterdam. Aan de Prot. kerk van Kruisland een toren uit de 15e eeuw.

Langs de oude vestingwerken van S. plantsoenen. De Kath. kerk van S. is door dr. Cuypers gebouwd (80 m hooge toren).Geschiedenis Ca. 1300 werd S. tot stad verheven. Bij het uiteengaan van Baronie en Markiezaat in 1287, bleef S. gemeenschappelijk bezit tot 1458; daarna een vrije heerlijkheid onder de Nassau’s. In de M.E. was S. een drukke handelsstad, maar het is door het dichtslibben van de haven een landstadje geworden. De heerlijkheid S. bleef een apart deel van Staats-Brabant; in het begin der 19e eeuw ging zij in de prov. N. Brabant op.

Lit.: Gids van S. (1934). v. Velthoven.

< >