Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Staphylococcen

betekenis & definitie

(geneesk.) zijn ronde micro-organismen, die bij vermeerdering gaarne in grootere of kleinere hoeveelheden druiventrosvormig (van daar de naam, ➝ Gr. staphulos = druif) bij elkaar blijven hangen; zij hebben geen eigen beweging. Een deel der s. is voor den mensch pathogeen en verwekt daarbij etterende ontstekingen: steenpuisten, abcessen, beenmergontstekingen, nagelriemontstekingen, hordeola („strontje”) aan de oogen, terwijl ook zgn. bloedvergiftiging (sepsis en pyaemie) vaak door deze coccen wordt veroorzaakt. Daarnaast bestaan er nog vele soorten, die geen of maar weinig ziekmakende eigenschappen hebben. In het algemeen geldt de s. aureus voor de meest en meestal pathogene, terwijl bij de s. albus relatief vaak niet-pathogene stammen gevonden worden.

De pathogene s. maken velerlei soorten vergiften, bijv. vergiften die de weefsels dooden, andere, die de roode bloedlichaampjes oplossen of de witte bloedlichaampjes dooden. Dieren zijn in het algemeen veel minder gevoelig voor staphylococcen dan menschen, alleen het konijn is er ook betrekkelijk gevoelig voor. Vergelijk ook het artikel ➝ Bacil (met afb.). Wyers.

< >