Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Spreeuw

betekenis & definitie

Sturnus vulgaris, vogel van de fam. der spreeuwen, ca. 22 cm lang. De hoofdkleur is zwart met blauwen, groenen en purperen glans. Vleugel en staart licht gezoomd. Na den rui krijgen alle veeren witte toppen.

De s. is een trekvogel, houdt in het Westen van deze streken zeer lang stand. Het nest wordt in holen en nestkastjes, onder pannen, in klimop enz. gebouwd. De eieren zijn groenachtig blauw. De zang is een blijde jubel van allerlei motieven, voorgedragen met hooggeheven kop en wapperende vleugels.

Eigenaardig zijn de spreeuwenvluchten en de slaapplaatsen, waar duizenden s. bijeenkomen.Bernink.

Schadelijkheid Of de s. schadelijk is of niet, is niet gemakkelijk uit te maken. In het alg. is de s. nuttig door het eten van bladluizen, snuitkevers, vsch. rupsen met haar poppen, engerlingen, ritnaalden, aardrupsen en slakken. De schade is eveneens van alg. aard: uittrekken en omwoelen van jonge planten bij het zoeken naar insecten. Door beschadiging van tallooze vruchten als aardbeien, kersen enzoovoort en door het vernielen van vogelnestjes als schadelijk aan te merken. Voor den fruitteler in elk geval schadelijk.

v. Schendel.

< >