(scheik.). Deze theorie werd het eerst door von Bayer opgesteld en kan als volgt geformuleerd worden: van de verschillende standen, die twee onderling gebonden koolstofatomen kunnen innemen, is die toestand, waarbij de valenties van de koolstofatomen een tetraeder vormen, als toestand met de kleinste energie, ook het meest stabiel.
Afwijkingen van deze ligging veroorzaken een verhooging van den energie-inhoud, die als spanning aangeduid wordt.Als maat voor den energie-inhoud dient de verbrandingswarmte. Zoowel uit bepaling van de verbrandingswarmte, als uit beschouwing van een moleculemodel heeft men gevonden, dat bij de verzadigde cyclische koolwaterstoffen de drieen vierring een sterke, de vijfring bijna geen spanning heeft. Verzadigde koolwaterstofringen met grooter aantal koolstofatomen zijn spanningsvrij. De Roy van Zuydewijn.