Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Spa

betekenis & definitie

Bekende badplaats, tevens gemeente, in de prov. Luik (XVI 704 E3) (zie afb. 1 op de pl. t/o kol. 784 in dl.

XVI). Ruim 8 500 inw.

Talrijke zgn. „Pouhons” [(Waalsch) pouhon = bron], rijk aan ijzerzouten en koolzuur, liggen in S. en zijn prachtige omgeving verspreid; ze worden vooral bezocht door lijders aan chronische rheumatiek, bloeddrukziekten, bloedarmoede e.d. Dit bezoek aan de baden van S. dateert uit de 16e e.

Vooral in de 18e eeuw was het de eerste mode-badplaats van Europa. Maart Nov. 1918 was S. groot-hoofdkwartier der Duitschers.

Vanuit S. ging keizer Wilhelm II op 10 Nov. 1918 naar Nederland.Conferentie te Spa Van 5 tot 16 Juli 1920, tusschen de Entente en Duitschland; de Duitsche kolenleveringen werden vastgesteld op 2 millioen ton maandelijks, en de sterkte van de Rijksweer op 150 000 man, daarna, van 1921 af op 100 000.

Lit.: J. Bardoux, De Paris k Spa (1921). Zie ook → Herstelbetalingen. Cosemans.

< >