Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Southdownschaap

betekenis & definitie

Het oudste, kleinste en vroegrijpste kortwollige Engelsche vleeschschaap. Ongehoornd.

Onderste deel der beenen, het gezicht en de rechtopstaande vrij lange ooren zijn donkerbruin tot zwart gekleurd en zijn zonder wol; alleen het voorhoofd bezit wol. Groeit snel, eischt veel zorg, bezit weinig weerstandsvermogen; wol van vrij goede kwaliteit; gewicht der wol 3-6 pond.

Kwaliteit van het vleesch is goed; is vaak gekruist met andere rassen om nieuwere te vormen. Verheij.

< >