Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Soppèng

betekenis & definitie

Zelf besturend landschap, tevens vormend de gelijknamige onderafd. van de afd. Bonè, gouv.

Celebes en Onderh., Ned.-Indië. Hoofdplaats: Wattansoppèng.

In 1930: 113 795 inw. (6 Europ., 112 Chin. en 335 andere Vreemde Oosterlingen). Ten W. van S. ligt Soppèng-Riadja, een zelfbesturend landschap, dat voor 1906 met S. een geheel uitmaakte.

Het bestaat uit een vruchtbare vlakte, in het W. afgesloten door een gebergte, in het O. door heuvels. Bevolking bijna geheel Mohamm.

Landbouw (rijst, maïs). Olthof.

< >