De Oostelijke punt van Afrika ten Z. van de Golf van Aden (I 520 H4) en eindigend in Kaap Guardafui. Het binnenland bestaat uit een zachtgolvende hoogvlakte, alleen in het N. langs de Golf van Aden een hooge breukrand tot ong. 3 000 m.
De afhelling vindt naar het Z.O. plaats, wat door de rivieren, o.a. de Webi Sjebeli en de Joeba wordt aangegeven.Het klimaat is heet en droog, vooral in het binnenland, daarom een schrale plantengroei; langs de rivieren galerijwoud, verder steppe, hier en daar zelfs woestijn. Het gevolg is, dat S. weinig bewoners heeft. Franschen, Engelschen en Italianen bezetten in de tweede helft der 19e e. het kustgebied; Italië door de verovering van Abessinië (1936) ook het binnenland.
Fransch S., aan de Bab el Mandeb gelegen; opp. 22 000 km2, ong. 90 000 inw.; de bevolking bestaat uit Somali’s en Danakils. Hoofdplaats is Dzjiboeti, door een spoorlijn met Addis Abeba verbonden.
De apost. prefectuur van Dzjiboeti (Capucijnen) telt ca. 800 Katholieken. Britsch S., opp. 176 000 km2 met 350 000 inw.; een steppeland; hoofdplaats is Berbera. Groote strategische beteekenis: tegenover het Eng. Aden aan de groote handelsroute naar Indië. In 1884 kwam het in Eng. handen.
Als missieland behoort Britsch-S. tot het apost. vicariaat van Arabië.
Italiaanse!) S., opp. 495 000 km2, met ong. 1 mill. inw. Een steppenland. Nomadiseerende Somali’s en Galla’s, langs de kust Bantoe’s. Hoofdplaats: Mogadisjoe. Door de verovering van Abessinië zijn de Ital. koloniën Erythrea en Ital.S. verbonden, v. Velthoven.
Het apost. vicariaat van Mogadisjoe (Franciscanen) telt ca. 1800 Katholieken.