Atheensch wetgever uit het begin der 6e eeuw v. Chr., zoon van Exekestides, uit het oud koninklijk geslacht der Medontiden.
Rondreizend koopman en dichter, vooral van elegieën met politieke en sociale tendenz (de eerste Attische dichter). In de na Draco voortdurende wrijvingen tusschen adel en volk werd hij in 594 aangesteld tot archont, maar met buitengewone macht bekleed.
Hij bevrijdde de armen van den drukken den schuldenlast (seisachtheia), verving de oude indeeling der bevolking volgens de afstamming door vier cijnsklassen en gaf aan elken stand rechten en plichten volgens het bezit. Tegen beide partijen moest S. zichzelf en zijn wetgeving verdedigen: de hoofdmomenten uit zijn toenmalige elegieën zijn bewaard.
Na S. kwam de tvrannis van de Pisistratiden en ten slotte → Clisthenes. S. werd onder de 7 Wijzen gerekend.
V. Pottelbergh.