Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Soesoehoenan

betekenis & definitie

(Jav.), letterlijk: hetgeen op het hoofd gedragen of geplaatst wordt, vandaar voet (van den overheerscher, den slaaf op het hoofd geplaatst), vandaar heerscher, vorst, naam, waarmede men sinds eeuwen op Java koningen aanduidt, en bij uitbreiding ook andere vereerde personen, zooals de geliefde, doch speciaal in gebruik gekomen als titel van de vorsten van → Mataram (sinds ca. 1625). Bij de rijksdeeling (1755) kreeg de vorst van Soerakarta den titel soesoehoenan, die van Jogjakarta die van sultan.

In het Soerakartasche heeft de s. naast zich den → mangkoenegoro, die echter lager in rang is. S. wordt vaak afgekort tot soenan, vooral in eigennamen (Soenan Giri, Soenan Kalidjogo, enz.).

Berg.

< >