Grieksch kerkhistoricus, midden 5e eeuw. S. was waarsch. advocaat in Konstantinopel.
Hij schreef kort na 439 een Kerkgeschiedenis in 7 boeken als voortzetting van Eusebius van Caesarea. Zij loopt van 305 tot 439.
Nog vóór 450 gaf hij een tweede editie en deze is voor ons bewaard gebleven. Ilij steunt vooral op Eusebius, Athanasius en Rufinus, ofschoon hij in zijn nieuwe uitgave zegt, dat hij veel onjuistheden in Rufinus heeft gevonden.
Tegenover St. Cyrillus van Alexandrië is hij zeer partijdig.
Hij schetst vooral den dogmatischen strijd, maar gaat als niet-theoloog (hij bleef leek) op de dogmatische kwesties niet nader in.Uitg.: Migne, Patrol. Graeca (dl. 67). Lit. : Bardenhewer, Gesch. altkirchl. Lit. (IV 1924).