1° Aloys De, kanunnik, godgeleerde. * 27 Febr. 1868 te Oostrozebeke, † 19 April 1927 te Brugge. Na studiën aan de Leuvensche hoogeschool werd hij weldra de gevierde leeraar aan het grootseminarie te Brugge.
Zijn voornaamste werk: De Sponsalibus et matrimonio, verwierf een wereldfaam.Allossery.
2° Andries De, van Brugge, compilator van Die Excellente Cronike van Vlaenderen, te Antwerpen 1531 gedrukt.
3° Bonaventura De, → Vulcanius.
4° Gustave De, kunstschilder. * 1877 te Gent. Studeerde aldaar op de Academie. In 1901 was hij te Laethem, waar hij den invloed van Claus onderging. Tijdens den Wereldoorlog verbleef hij in Holland en veranderde zijn impressionistischen stijl. Hij werd een typische expressionist, niet terugschrikkend voor sterke deformaties. Ontplooit zich pas goed na 1920, in België (contact met Constant Permeke). Zijn gegevens zijn simpel, de vormen groot en soms cm, de kleur is zeer gedifferentieerd.
Lit. : Paul Colin ; S. Pierron ; André de Ridder (Sélection).
Engelman.
5° Pieter De, Jezuïet, missionaris, apostel van het Rotsgebergte. * 31 Jan. 1801 te Dendermonde, † 23 Mei 1873 te St. Louis (V. St.v. Amer.). Vertrok in 1821 met → Nerinckx naar N. Amerika, werd er Jezuïet en priester gewijd (1827). S. is de groote apostel der talrijke Indianenstammen en hun machtigste beschermer in de streek van het Rotsgebergte, dat hij herhaaldelijk overstak en doorkruiste. Zijn vele brieven, die zijn tallooze reizen verhalen, werden na 1843 uitgegeven in 4 dln. Standbeeld te Dendermonde.
Lit.: P. Laveille S.J., Le Père De S. (1913).
Allossery.