Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Skoplje

betekenis & definitie

(Turksch: Üsküb), stad in Servisch-Macedonië (XIV 626 E3) in een moerassige vlakte aan beide oevers van de Vardar; belangrijk spoorwegcentrum, hoofdstad van de banovina Vardarska; ca. 65.000 inw. (1931), waarvan de meerderheid Serven en Macedoniërs, waarnaast echter op den linkeroever der rivier vele Mohamm. Albaneezen en Turken wonen.

S. is de zetel van een Orthod. metropoliet en een R.K. bisschop, bezit een philosophische faculteit, drijft levendigen handel in landbouw- en veeteeltproducten en heeft eenige leer-, metaal- en wolnijverheid.

Geschiedenis In Oudheid Scupi genaamd; behoorde in M.E. afwisselend aan Byzantijnen en Bulgaren en in de 14e eeuw aan de Serven. Van 1392 tot 1912 Turksch, daarna aan Servië, 1915-’18 door Bulgaarsche troepen bezet, thans Joego-Slavisch. Hoek.

< >