Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Sjôgoen

betekenis & definitie

Japansche titel (Chin. tsiang-kiun = legeraanvoerder), werd het eerst gebruikt toen Tamoeramaro Sakanoë den titel Sei-i Tai Sjôgoen (= barbaren onderwerpende oppergeneraal) verkreeg om krijg te voeren tegen de Ainos (de oorspr. bewoners van Japan) in het Noorden (797). De S.

Joritomo maakte zich in 1192 tot dictator van het mikado-paleis, en de feitelijke regeerder van het land. Vanaf dien tijd regeerden de mikado’s te Kioto slechts in naam; vsch. dynastieën van s. volgden elkaar op tot 1868, het jaar waarin de toenmalige mikado zijn macht hernam en het sjögoenaat afschafte.

De voornaamste sjôgoen-dynastieën waren de ➝ Asjikaga’s en de ➝ Tokoegawa’s. Vgl. ➝ Daïmio’s.

< >