Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Sjibbolet(h)

betekenis & definitie

Hebr. = „korenaar” of „stroom”. Aan de uitspraak sji . . of si . . herkenden de Galeadieten de voor hen over den Jordaan voortvluchtige Ephraïmieten; de laatsten nl. konden de sj niet uitspreken (Jud.12.5 en 6).

Vgl. ➝ Schild en vriend. Vandaar beteekent S.: herkenningswoord, parool, wachtwoord.

< >