Hoofdplaats van het regentschap Panaroekan en het district S., Oost-Java (XIV 496 J3); 15 238 inw. (eind 1930), w.o. 213 Eur., 1 129 Chin. en 571 andere Vreemde Oosterl. Flinke plaats met aanzienlijken handel, vooral in vee; warm klimaat.
Het wordt bezocht door de Carmelieten vanuit Djemher.