Een dér zeven hoofdbasilieken te Rome. St. Paulus werd begraven dicht bij de plaats, waar hij onthoofd was, aan den weg naar Ostia. Constantijn liet daar een kerk bouwen; Theodosius begon er een grootere basiliek, die onder Honorius voltooid werd (395); deze kerk brandde in 1823 af.
De tegenw. basiliek werd door Pius IX in 1854 geconsacreerd. Als nationaal monument is zij staatseigendom. De van buiten eenvoudige basiliek is van binnen zeer rijk. Het glanzend marmeren plaveisel en de viermaal 25 porfieren zuilen wekken den indruk van een feestzaal.
De fries boven de zuilen bevat in mozaïek-medaillons de portretten van alle pausen. Boven den triomfboog een mozaïektafereel uit de 5e eeuw: Christus tusschen de symbolen der Evangelisten en de 24 oudsten, die Hem hun kronen aanbieden. In de concha van de absis mozaïek van 1220: Christus tusschen Petrus en Paulus, Andreas en Lucas. Onder het hoogaltaar is het graf van St.
Paulus. De marmeren zerk draagt het inschrift uit den tijd van Constantijn: „Paulo Apostolo Martyri”. Als relikwie worden er de ketenen van den Apostel bewaard. In den mooien voorhof met colonnade staat een machtig beeld van St.
Paulus. Franses.