Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Simons

betekenis & definitie

1° Jozef, Vlaamsch schrijver van talrijke verhalen, vooral over de Antwerpsche Kempen, en van boeiende reisverhalen. * 21 Mei 1888 te Oelegem. Licentiaat in de handelswetenschappen: gewoon artillerist, later tolk bij het Eng. leger onder den Wereldoorlog.

Vertelt geestig en vlot over zijn ervaringen als student, privaat-leeraar, soldaat: scherp gezien, met treffende bijzonderheden raak uitgedrukt; niet altijd zeer diep. In zijn Kempische heimatverhalen is hij op zijn best.

Al zijn werken zijn Kath. van levensopvatting.Werken: Een Sant in zijn Land (1912); Mastentoppen (1914); Bonifacius Suykerbuyk (1919) ; In hooge Sferen (1920); Verhalen van een Kanonnier (1921); Zoo ging een jaar (1922); Eer Vlaanderen vergaat (sociale roman, pseud. Ivo Drauians, 1927); Harslucht (1933); Dientje Goris (1935); Vai twee koningskinderen (1935) ; Victor Ceuleman (1937). Reisverhalen : In Spanje (1926) ; In Scandinavië (1928); In Italië (1930). Leverde veel vert. uit het Spaansch (P. Coloma, Alarcon) en het Eng. (P. Finn).

Lit. : M. Van Hoeck, in Boekengids (1929). A. Boon.

2° Leo Lodewijk, Vlaamsch taalen letterkundige. * 12 Febr. 1859 te Roermond (Ned.). Athenaeumleeraar te Brussel: lid van de Kon. VI. Academie. Leverde bijdragen over oude en nieuwe letterkunde en over taalkunde, o.a. Syntaxis van den Gothischen zin (1888); Het Roermondsch dialekt (1889); Beowulf (1896).
3° Walther, Duitsch staatsman. * 24 Sept. 1861 te Elberfeld,♱ 15 Juli 1937 te Berlijn. Eerst staatsambtenaar; in April 1919 afgevaardigde ter Conferentie te Versailles; minister van Buitenl. Zaken van Juni 1920 tot Mei 1921. Op de conferentie van Londen van Maart 1921 weigerde hij de door de Entente gestelde voorwaarden te aanvaarden. Van 1922 tot 1929 was hij president van het Hooger Gerechtshof te Leipzig. Cosemans.

< >