Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Simon (personen)

betekenis & definitie

1° Zoon van Onias I en diens opvolger als hoogepriester, bijgenaamd de rechtvaardige, geprezen in Eccli.50.1. Leefde volgens de oudere meening kort na 300 v.

Chr.; volgens den Talmoed en nieuwere verklaarders tijdens Alexander den Grooten.2° Zoon van Onias II, hoogepriester omstreeks 200 v. Chr.
3° Tempeloverste, die de tempelschatten aan → Heliodorus verraadde (2 Mac.3.4).
4° Genoemd onder de broeders des Heeren (Mt.13. 55); zoon van Maria van Cleophas, zuster der H. Maagd. Volgens velen dezelfde als Simon de Ijveraar.
5° De Pharizeër, die Christus ten gastmaal noodigde (Lc.7.36).
6° De melaatsche, die Christus te Bethanië ontving (Mt.26.6). Kroon.

< >