Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Sikh

betekenis & definitie

(mogelijkerwijze Sanskrit sjiksja = onderwijs, leer), aanduiding van de aanhangers van een belangrijke Voor-Indische godsdienstige, later godsdienstig-militaire sekte. Gesticht door Nanak (*1469, † 1533), scheidt zij zich van de Brahmaansche gemeenschap af door het aannemen van het monotheïsme, het verwerpen van het kastenstelsel en het streven om Hindoe’s en Mohammedanen in één geloof te vereenigen.

Deze sekte, welke vnl. over de → Pandzjab is verspreid, omvat thans (1928) een 3 280 000 aanhangers. Een eigen gewijde schrift, het Adigranth, kwam reeds vroeg, onder Nanak’s opvolger, tot stand.

In later tijd, van ca. 1700 af, kreeg de gemeenschap der S. steeds meer en meer een militair karakter. In 1849 kwam zij definitief onder Britsch gezag te staan.Lit.: J. D. Cunningham, A History of the Sikhs (1918).

Scharpé.

< >