Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Sihon

betekenis & definitie

Koning van de Oost-Jordaansche Amorieten. Zijn rijk, dat hij ten koste van de Ammonieten had uitgebreid (Num.21.26-30), strekte zich uit van den Arnon tot den Jabboc (Jos.12.2); hoofdstad Hesebon.

Na de verovering door de Israëlieten (Num.21.2126) werd het land toegekend aan de stammen Ruben en Gad (Num.32.33). A. v. d.

Born

< >