Vroeger onafhankelijk koninkrijk op het Balkan-schiereiland, thans deel van ➝ Joego-Slavië.
Geschiedenis In de 7e eeuw n. Chr. drongen Slavische stammen uit het N. in het huidige S. binnen; zij werden bestuurd door Zoepans en het onderling familieverband had sterken invloed (Zadroega). In de 8e e. namen de Serven het Christendom aan en bleven onderdanig aan den patriarch van Konstantinopel en volgden dezen in het schisma. Bij de verbrokkeling van het Oost-Romeinsche Rijk kwam S. tot grootheid, vooral onder de Nemanjiden (1114-1456); Stefan Doesjan (1308-’55) veroverde Albanië, Macedonië en een groot deel van Griekenland en werd in 1346 te Skoplje tot keizer (tsaar) der Serven en Grieken gekroond. Zijn wetboek is van 1349. Op 15 Juni 1389 verloren de Serven op het Lijsterveld (Kossowe Polje) een grooten slag tegen de Turken en kwamen onder Turksch bestuur; een Turksche pasja resideerde te Belgrado sinds 1459.
De godsdienst bleef echter ongerept, waardoor ook het nationale gevoel bewaard bleef; echter drukten belastingen en militaire dienst zwaar op het volk. In de 18e en 19e e. begon S. te hopen op steun van het Orthodoxe Rusland. De vrijheidsstrijd nam een aanvang in 1804 onder Karadjordje (Zwarte George); in 1817 werd Milos Obrenovic tot vorst van S. uitgeroepen onder oppertoezicht van Turkije. In 1829 werd S. autonoom, doch tot 1876 bleef een Turksch garnizoen in Belgrado. Als vorsten wisselden de dynastieën Obrenovic en Karadjordjevic elkander af. Na het Congres van Berlijn (1878) werd S. volkomen onafhankelijk en in 1882 koninkrijk.
Sedert 1903 regeert de dynastie Karadjordjevic weder na den moord op koning Alexander Obrenovic. Rusland spoorde S. aan tot anti-Oostenrijksche politiek, vooral na de annexatie van Bosnië en Herzegowina door Oostenrijk (1908). De voor S. gelukkige Balkan-oorlog van 1912-’13 vergrootte S. met een deel van Macedonië. Na den moord op den Oostenr. troonopvolger te Sarajevo door leden der Servische Narodna Odbrana (28 Juni 1914) raakte S. in oorlog met Oostenrijk, wat leidde tot den Wereldoorlog van 1914-’18. Het Servisch leger onder koning Peter I, troonopvolger Alexander en generaal Misjic streed heldhaftig; na toetreding van Bulgarije tot de vijanden van S. in 1915 moest het leger onder groote ontberingen terugtrekken naar de Adriatische Zee en naar Corfu geëvacueerd worden. Het leger werd gereorganiseerd en emigranten uit Amerika versterkten het, zoodat het Servische leger in 1917 de Bulgaren bij Dobro Polje versloeg; op 19 Oct. 1918 werd Belgrado heroverd. Zie verder ➝ Joego-Slavië (sub III).
Lit.: Jiricek, Oud-Serv. Gesch. (tot 1537; Duitsch, 1918); Novakovic, Serv. Gesch. (begin 19e eeuw; Duitsch, 1912); Boghitschewitsch, Die ausw. Politik Serbiens 1903-’14 (1931); Tiricek, La civilisation serbe au moyen-âge (1920); De Voogt, In den Balkan na den vrede (1913); R. Dufour, Van de Bosnische crisis tot Serajewo (1935). Son.