Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Secundaire straling

betekenis & definitie

(natuurk.). Vallen → Röntgenstralen op een stof, dan kunnen er drie dingen gebeuren:

1° Verstrooiing met ongewijzigde frequentie,
2° Id. met verlaagde frequentie, dus verminderde hardheid en vergroote golflengte (→ Compton-effect),
3° opwekking van fluorescentiestraling (→ Karakteristieke straling).

Gepaard aan de processen sub 2° en 3° is de uitzending door de getroffen materie van:

4° secundaire electronen.
1°, 2°, 3° en 4 samen noemt men ook wel de secundaire straling.

Uit medisch oogpunt vormen de secundaire electronen het eigenlijk werkzame bestanddeel bij de röntgen therapie. Zij blijven in de bestraalde materie (lichaam van den patiënt), waarin hun energie in warmte wordt omgezet en zij chemische processen (ionisatie) teweegbrengen.

Daarentegen zijn de secundaire röntgenstralen (1 , 2 en 3°) uit medisch oogpunt gevaarlijk voor het bedienend personeel. Bij de röntgenphotographie veroorzaken zij storende sluiering. Vsch. kunstgrepen zijn bedacht om de werking der secundaire röntgenstralen te verminderen (→ Potter-Bucky diaphragma).

Lit.: A. Bouwers, Physica en Techniek der Röntgenstralen (1927). W. de Groot.

< >