zijn holle ijzeren fundeeringspalen met gietstalen puntstukken, voorzien van schroefbladen, waarmede de palen in den grond worden ge schroefd. Bij slappen bodem neemt men groote en bij vasten bodem kleine schroefbladen.
In verband met de eenvoudige wijze van aanbrengen worden ze veelal toegepast bij zeewerken, o.a. wandelhoofden (Scheveningen). p. Bongaerts.