Een bewind, dat zijn bestaan gewoonlijk motiveert in abnormale omstandigheden en zich als dictatuur, met opheffing van grondwettige rechten, door geweld tracht te handhaven, meestal ten bate van een minderheid.
Een bekend s. (Terreur) valt tijdens de Fr. Revolutie vanaf den val van de Girondijnen tot den val van Robespierre (Juni 1793 Juli 1794). Deze Terreur was niet systematisch opgebouwd, maar groeide door allerlei maatregelen tot een toestand, die verscherpt werd door lagere autoriteiten, zoodat men niet Robespierre alleen voor dit s. verantwoordelijk mag stellen. Na zijn val volgde in het Z.O. de zgn. Terreur blanche (1794-’95), een wraakoefening van de bevolking op de Jacobijnen. Van 1795 tot 1799 trachtte het Directoire door allerlei dwangmaatregelen het Jacobijnenrégime door te zetten, o.a. door den staatsgreep van → Fructidor, die inleiding werd op de zgn. „tweede Terreur”.
Bij het herstel van Bourbon (1815) namen Kath. en royalisten wraak op republikeinen en Hugenoten, van wie zij tijdens de Revolutie hadden te lijden gehad. Ook deze reactie, weer in het Zuid-Oosten, heet (2c) Terreur Blanche.
V. Claassen.