Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Scholekster

betekenis & definitie

Ook strandkievit of bonte Piet, Haematopus ostralegus, vogel ter grootte van een houtduif. Kop, hals en schouders zwart; vleugels zwart met witten band; staart zwart, aan den wortel wit.

Verder wit. Snavel en pooten rood.

Zeer algemeen in de duinen, op het strand, op de weiden van Friesland en langs de Zuiderzee. Voedsel: schaaldieren, wormen, larven, kleine visschen en vogeleieren; ook plantaardig.

Het nest ligt op den grond. De 3 à 4 eieren zijn geelachtig met donkerbruine vlekken, stippen en strepen.

Roep: een schel tepiet-tepiet; alarmkreet: een vaak herhaald pie-pie-pie. De s. is trekvogel, hoewel er ook verscheidene aan de kust en op de Wadden overwinteren.Bernink.

< >