Ook strandkievit of bonte Piet, Haematopus ostralegus, vogel ter grootte van een houtduif. Kop, hals en schouders zwart; vleugels zwart met witten band; staart zwart, aan den wortel wit.
Verder wit. Snavel en pooten rood.
Zeer algemeen in de duinen, op het strand, op de weiden van Friesland en langs de Zuiderzee. Voedsel: schaaldieren, wormen, larven, kleine visschen en vogeleieren; ook plantaardig.
Het nest ligt op den grond. De 3 à 4 eieren zijn geelachtig met donkerbruine vlekken, stippen en strepen.
Roep: een schel tepiet-tepiet; alarmkreet: een vaak herhaald pie-pie-pie. De s. is trekvogel, hoewel er ook verscheidene aan de kust en op de Wadden overwinteren.Bernink.