Het zien bij zwakke verlichting (schemerzien) berust op het groote adaptatievermogen van de staafjes, die bij donkeradaptatie duizenden malen gevoeliger worden. Deze zijn echter niet kleurgevoelig, vandaar dat men in het halfduister geen kleuren onderscheiden kan (het s. komt overeen met het zien van totaal kleurenblinden).
Daar de staafjes vooral in de peripherie van het netvlies liggen en in de fovea centralis ontbreken, is het s. indirect en dus minder scherp dan het directe, daglicht-zien. Chamuleau.