1° Christoph, astronoom, Jezuïet. * 1573 (?) te Wald (Zwaben), † 18 Juni 1650 te Neisse; 1610 prof. te Ingolstadt; 1623 rector van een college te Neisse. Hij ontdekte onafhankelijk van Galileï de zonnevlekken (1611) en nam deze regelmatig waar; hij vond een pantograaf uit en verrichtte physiologisch-optische onderzoekingen.
Werken: Oculus h.e. fundamentum opticum (1619); Rosa ursina sive sol (1626); Pantographice (1631).
Reesinck.
Proef van Scheiner.
Deze toont de veranderingen in de optische verhoudingen in het oog bij accommodatie duidelijk aan. Kijkt men door twee fijne openingen, die dichter bij elkaar liggen dan de middellijn van de pupil, naar twee achterelkaargeplaatste naalden en fixeert men door accommodatie de voorste, dan ziet men de achterste dubbel. Chamuleau.
2° Julius, astronoom. * 25 Nov. 1858 te Keulen, † 20 Dec. 1913 te Potsdam; 1887 assistent, 1894 observator aan het astrophysisch observatorium te Potsdam. Onderzoekingen op het gebied van spectraal analyse en photometrie.