S. worden gebruikt om varende schepen door middel van draadlooze telegraphie of telephonie in verbinding te brengen met aan den wal opgestelde kuststations. Zij zijn voor verschillende schepen, o.a. passagiersschepen, dwingend voorgeschreven.
De oudste typen, de zgn. bluschvonk- of draaivonkzenders, behooren tot het type gedempte zenders. Zij stralen hun energie uit door het schoksgewijze in slingering brengen der antennes, zoodat deze een serie van gedempte slingeringen uitzendt. De energie wordt ontleend aan een ➝ slinkerkring, welke zijn energie ontlaadt door middel van een vonkenbrug, d.i. een serie achter elkaar geschakelde vonkpolen, welke tusschen twee electroden overspringt. Aangezien men den kring niet mag doorslingeren (wat mogelijk zou zijn bij een gewone vonkontlading, omdat nadat de vonk is ingeleid, de weerstand van den vonkboog zeer gering wordt), wordt de vonk kunstmatig verbroken. Bij de bluschvonk geschiedt dit, doordat de vonk zeer sterk gekoeld wordt (Telefunken), bij de draaivonk, doordat de electroden t.o.v. elkaar roteeren, waardoor dus de vonk door afstandvergrooting wordt verbroken (Marconi). Tegenwoordig komt meer en meer de ongedempte zender in gebruik, daar hij economischer is, scherper af te stemmen en bovendien in het korte-golfverkeer en het telephonieverkeer onmisbaar is te achten. Dubois.