Onderdeel van een electrische installatie en het centrale punt, van waaruit men geheel of gedeeltelijk de installatie bedient en overziet. Voor een huisinstallatie volgt het s. op de kabelinvoering en bevat den hoofdschakelaar, den meter, de veiligheden en de verdeeling van den hoofdaanvoer in diverse groepen voor de door het huis gaande leidingen, welke groepen elk afzonderlijk beveiligd zijn en somtijds elk afzonderlijk in- of uitgeschakeld kunnen worden.
Vroeger bestond dit s. algemeen uit een marmeren plaat met houten omlijsting, tegenw. gebruikt men kastjes van gietijzer of isolatiemateriaal. Het s. is tevens schakelinstallatie, omdat er deelen op gemonteerd zijn, die onder de hoofdspanning staan.
In tegenstelling hiermee zijn deze deelen bij groote installaties, zooals voor electrische centrales, fabrieken e.d. geheel apart van het s. opgesteld. Bovendien is het s. dan meestal slechts een onderdeel van de zgn. schakelwacht, waarin behalve s. ook veelvuldig schakellessenaars en schakeltafels worden aangetroffen.Op het s. (in de schakelwacht) ziet men aanwijzende en/of registreerende Volt-, Ampère-, Watt-, frequentie- en cosφmeters, spanningsregelaars, synchroniseerapparaten, relais, enz.
Hulpschakelaars bedienen stuurstroomen voor de zgn. afstandsbediening der hoofdschakelaars, een en ander verduidelijkt door signaallampen, optische schema’s en acoustische signalen.
Aan de verlichting, het materiaal, de overzichtelijkheid, de plaatsing, de grootte, den vorm der instrumenten wordt tegenw. zeer veel zorg besteed en men streeft naar weglaten van alle overdadigheid.
F. van Berckel.