noemt men in de Duitsche letterkunde het voor de ➝ Barok kenschetsende pastorale genre, dat zoowel dramatischen, als epischen en lyrischen vorm aannam. Voorn. vertegenwoordigers zijn: Opitz (Dafne 1627), Gryphius (Die geliebte Dornrose 1660) en de dichters, gegroepeerd in ➝ Palmenorden, ➝ Pegnitzschäfer e.a. genootschappen.
Zie ook ➝ Bucolische poëzie.Lit.: O. Rühle, Die S. (1885). Baur.