Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Schadow

betekenis & definitie

1° (Johann) Gottfried, beeldhouwer en graphisch kunstenaar; vader van 2°. * 20 Mei 1764 te Berlijn, † 27 Jan. 1850 aldaar. Leerling van Antoon Tassaert, studeerde te Rome.

Te Berlijn teruggekeerd, werd S. hofbeeldhouwer en „Direktor aller Skulpturen”. S. was in zijn tijd een zeer beroemd meester; een degelijk realisme behoedt hem voor al te slaafsche navolging der Antieke kunst.

Van zijn hand zijn talrijke monumenten (bronzen vierspan op de Brandenburgertor te Berlijn), waarbij vele standbeelden voor Duitsche vorsten; S.’s portretbustes van bekende tijdgenooten munten eveneens door ernstige natuurstudie uit (rector Meierotto, in het gymnasium te Joachimstal). Beroemd is de groep van prinses Luise en haar zuster (1797 te Berlijn).Lit.: H. Mackowsky, J. G. S. (1927).

2° (Friedrich) Wilhelm, Duitsch schilder en schrijver; zoon van 1°. * 6 Sept. 1789 te Berlijn, † 19 Maart 1862 te Dusseldorf. Leerling van F. G. Weitsch, werd in Rome Katholiek en lid van de ➝ Nazareners. Vanaf 1826 opvolger van Cornelius als directeur van de academie te Dusseldorf. Meer theoretisch dan practisch begaafd, werd hij de stichter van de Dusseldorfer School (➝ Dusseldorf). Schreef „Der moderne Vasari” (1854). Van zijn hand bestaan vsch. altaarstukken.

Lit.: J. Hübner, S. und seine Schule (1869). Korevaar-Hesseling.

< >