(Maleisch, Javaansch, Soendaasch), akker voor den verbouw van rijst, door dijkjes omgeven, waardoor het wegstroomen van het water, voor den groei van de meeste rijstsoorten noodzakelijk, wordt voorkomen. Dit water kan zijn regenwater, maar zoo mogelijk wordt rivierwater naar de velden geleid, waardoor men veel minder afhankelijk is van het weer.
Dgl. besproeide velden vindt men niet alleen in de tropen, maar ook in de sub-tropische streken. In Ned.-Indië zijn het vooral Java en Bali, die vele s. hebben; in 1936 op Java en Madoera samen 3 311 200 ha, op Bali en Lombok 186 287 ha.
Hiervan waren 1 054 186 ha technisch bevloeid, de rest van regen afhankelijk of op Inlandsche wijze bevloeid. Voor nieuwe technische werken werd in dat jaar 1 264 000 gld. uitgegeven, voor onderhoud en herstel van bestaande werken 2 179 000 gld., alles door het Ned.-Ind. gouvernement.
De oppervlakte der s. op de buitengewesten is niet nauwkeurig bekend, maar is vooral in Z. Celebes aanzienlijk. Olthof.