Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Saturnus

betekenis & definitie

(sterrenk.), de zesde groote ➝ planeet . De namen van zijn 9 satellieten zijn opvolgend, van binnen af geteld: Mimas, Enceladus, Thethys, Dione, Rhea, Titan, Hyperion, Japetus en Phoebe; de laatste is retrograad. Titan is verreweg de grootste en reeds in een vrij kleinen kijker te vinden.

De middellijn van de planeet is in de richting van den aequator 121 000km, in de richting loodrecht daarop echter 108 000 km. wat de afplatting 1:10 geeft. De ring van S. is door Christiaan Huyghens het eerst als zoodanig herkend.

Deze ring heeft een inwendige middellijn van 142 000 km, is dus slechts ong. 10 000 km van de planeet verwijderd, en een uitwendige middellijn van 275 000 km; twee open strooken verdeelen hem in drie concentrische smallere ringen. Het ringvlak heeft een vasten stand in de ruimte, onafhankelijk van de plaats van S. in zijn baan om de zon.

Van verscheiden kanten zijn er aanwijzingen, dat de ring gevormd wordt door een vlakke laag van kleine vaste lichamen; uit het ➝ Doppler-effect blijkt nl., dat de snelheid der binnenste deelen van den ringgrooter is dan die der buitenste. De dikte van die laag is waarschijnlijk eenige tientallen km.

De planeet zelf gelijkt in veel opzichten op den meer nabijen Jupiter, bijv. in de samenstelling der atmosfeer en door het optreden van vlekken op de zichtbare oppervlakte. S. is echter kleiner en kouder.

De aswenteling wordt volbracht in ruim 10 uur. De helderheid van S. wisselt, behalve wegens zijn wisselenden afstand en de plaats der zon, o.a. ook met de wijdte van de ringen.

Toch behoort S. steeds tot de helderste hemellichten, helderder dan de eerste grootte.de Kort.

< >